Vlak na je pensioenleeftijd zijn de meeste nog op zoek naar een hobby of een ander tijdverdrijf. Je kunt er daarom voor kiezen om te blijven werken naast je AOW. Hoe zit het precies als je al een AOW-uitkering krijgt, maar ook nog daarnaast bijverdient? Mag dat überhaupt wel en wat zijn de restricties van het bijverdienen naast je AOW?
Om gelijk met de deur in huis te vallen, je mag bijverdienen naast je AOW. Maar, zoals iedereen, moet je daar wel belasting over betalen. Maar hoeveel? Dat is afhankelijk van meerdere factoren, zoals het totale inkomen. Wel is het zo dat het AOW-bedrag gelijk blijft. Dat bedrag is niet inkomensafhankelijk.
De hoogte van de verschillende belastingschijven veranderen als je niet officieel meer werknemer bent. Je betaalt minder belasting (loonheffing), omdat je niet meer de premie van de AOw hoeft te betalen. Anderzijds was het zo dat je vroeger arbeidskorting kreeg en verzekerd was tegen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Deze voordelen heb je niet meer op het moment dat je de AOW-leeftijd bereikt. Ook heb je geen recht meer op minimumloon.
Belastingdienst en bijverdienen naast je AOW
De rechten zijn anders dan een werknemer, die nog niet zijn pensioenleeftijd heeft bereikt. Je betaalt alleen nog belasting over je extra bijverdienste. Over het algemeen is het werken naast je AOW vele malen voordeliger dan wanneer je de pensioenleeftijd nog niet hebt bereikt. Op de website van de Belastingdienst kun je terecht voor de hoogte van de belastingschijven. Daarin heb je twee tabellen, de witte en het groene tabel. De meeste gepensioneerden die wel werken hoeven minder belasting te betalen, omdat de percentages in de belastingschijven lager zijn dan die van niet-gepensioneerden.
Om te achterhalen hoeveel je als gepensioneerden belasting moet betalen moet je naar het groene tabel kijken. Het witte tabel is voor niet-gepensioneerden. Je betaalt als gepensioneerden geen loonheffing en andere verzekeringen (werkloosheid en arbeidsongeschiktheid).
Op het moment dat je meer verdient val je in een hogere belastingschaal. Dit kan ieder jaar veranderen, dus hou het goed in de gaten. Op het moment dat je in 2020 meer dan 19.981 per jaar verdient valt u in de eerste belastingschijf. Kom je daarboven, ga je al naar schijf 2. Je betaalt in schijf 2 20,20% belasting. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent wat je jaarlijks verdient. Door dit al in een vroeg stadium te weten weet je in welke belastingschijf je wordt geplaatst en hoeveel je moet betalen. Je komt dan achteraf niet in de knoei dat je uiteindelijk alsnog de rekening gepresenteerd krijgt.
Maar als gepensioneerden moet je zo denken. Je betaalt altijd nog veel minder belasting dan niet-gepensioneerden. Die betalen onder de €20.384,- liefst 36,65% aan belasting. Bekijk de website van de Belastingdienst om te bepalen in welke belastingschijf je valt en welk percentage je moet opgeven. Op die manier bepaal je hoeveel belasting over jouw inkomen wordt berekend.
