Een wezenpensioen is een uitkering voor kinderen van overleden ouders. De overleden ouders moeten dan wel in Nederland gewoond en gewerkt hebben. Een wezenpensioen geldt voor ieder kind. Een wezenpensioen is ongelimiteerd, wat betekent dat er geen beperkingen zijn rondom het maximaal aantal kinderen die er recht op hebben.
Net als het partnerpensioen kan er ook een uitzondering gemaakt worden op het wezenpensioen. Het komt vaak voor dat het wezenpensioen pas wordt ingegaan op het moment dat de ANW-uitkering wordt beëindigd.
Een wezenpensioen geldt maximaal 30 jaar. Maar dat een wezenpensioen volledig tot 30 jaar wordt uitgekeerd is een uitzondering. Bijvoorbeeld als hij of zij 18 of 21 jaar oud is en bezig is aan zijn studie. Dan wordt het wezenpensioen verlengd tot de eindleeftijd van de studiefinanciering. De hoogte van het wezenpensioen is gekoppeld aan het ouderdomspensioen. Het is dan 14% van het ouderdomspensioen. Het kan ook gekoppeld zijn aan het partnerpensioen. Dan is het 20% van het partnerpensioen. Het partnerpensioen is weer 70% van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioen kan verdubbeld worden als beide ouders overleden zijn.
Belangrijke voorwaarden om te weten van een wezenpensioen:
- Een wezenpensioen wordt al uitgekeerd als een ouder overleden is;
- Het wezenpensioen is een vorm van een pensioenuitkering en behoort tot de pensioenregeling van de werkgever;
- Het wezenpensioen geldt per kind en gaat direct na het overlijden is;
- Sommige pensioenregelingen hebben een maximum aantal meeverzekerde kinderen;
- De uitkering stopt als het kind een leeftijd van 30 jaar heeft bereikt;
- Wezenuitkering wordt verlengd bij studie of als het kind arbeidsongeschikt raakt;
- Een kind moet biologisch zijn of geadopteerd. Een kind van pleegouders hebben geen recht op een wezenpensioen.
- Een kind heeft altijd recht op het wezenpensioen. Een kind kan na zijn 18e het wezenpensioen aanvragen. Voor de 18de is dat ook mogelijk, maar moet de voogd of ouder dit nog wel ondertekenen.
